Op deze pagina staan de objecten in/aan de Museum Kamstraat in Nijmegen Oost:
Klik op het item wat u wilt zien voor directe toegang of scroll door alle artikelen van deze straat. Via het balletje met pijl rechts onderaan komt u hier weer terug (browsers in Windows).
Klik hier om terug te gaan naar de pagina Nijmegen Oost.
Dit museum is door Oscar Leeuw als museum ontworpen en staat aan de Museum Kamstraat.
Het gebouw heeft een rechthoekige plattegrond met een vooruitspringende, rechthoekige voorbouw met vooruitspringende ingangspartij. Het gebouw heeft een basilicale opbouw en telt een souterrain en twee bouwlagen onder platte daken, die zijn voorzien van glazen lichtkappen.
Het museum is opgetrokken uit gesinterde bakstenen, gemetseld in kruisverband. De voorgevel heeft een sokkel, die bestaat uit blokken tufsteen. De lekdorpels, lateien en de meeste geveldecoraties zijn eveneens van tufsteen. De overige versieringen zijn van baksteen. De zijgevels, de achtergevel, de pergola's, de conciërgewoning en de hekpijlers hebben enkel baksteenversieringen. De diepliggende vensters zijn lang en smal en hebben afgezien van de voorgevel lekdorpels van baksteen en anderhalf steens rollagen. De ijzeren ramen zijn enkele jaren geleden grotendeels vervangen.
De symmetrisch ingedeelde voorgevel heeft een tweelaags vooruitspringende voorbouw van drie traveeën breed. De middentraveeën heeft een vooruitspringende ingangspartij. De ingangspartij heeft een rondboogportiek met een dubbele houten deur, die is versierd met tweemaal twee gecanneleerde pilasters met Ionische kapitelen. De deuropening wordt afgesloten met een naar het midden toe hoger oplopende latei, die bestaat uit blokken tufsteen. In de middelste steen staat het inschrift: "SPQR". Het rondboogbovenlicht is voorzien van een smeedijzeren rooster, waartegen in koper de Romeinse wolvin is bevestigd. De boog heeft een omlijsting van siermetselwerk. De deur wordt aan weerszijden geflankeerd door de hoek omlopende pilasters met gestileerde tufsteen basementen en kapitelen. Hierboven bevinden zich een omlopende band, een uitspringende band in het verlengde van de latei en hoekversieringen in de vorm van gevelsculpturen met een voorstelling van een adelaar met uitgespreide vleugels, alles van tufsteen.
De ingangspartij wordt afgesloten met een tufstenen kroonlijst. Boven de ingangspartij bevinden zich achtereenvolgens zes langwerpige velden met siermetselwerk, een tufstenen plaat in een met het opschrift: "MUSEUM KAM", zes vensters met een doorlopende tufstenen lekdorpel en 3-ruits ramen met verticale roedenverdeling en zes velden met siermetselwerk. De gevel wordt afgesloten met een geprofileerde houten kroonlijst op gepaarde, bewerkte consoles met guttae. Het middendeel wordt aan weerszijden geflankeerd door vierkante torens, waarin zich in de eerste bouwlaag drie vensters bevinden, die d.m.v. een tufstenen lekdorpel en een bewerkte tufstenen latei zijn gekoppeld. Ter hoogte van de tweede bouwlaag bevinden zich door gestileerde pilasters van siermetselwerk omgeven velden. In de velden bevinden zich de naar Romeinse munten gebeeldhouwde medaillons met voorstellingen van (v.l.n.r.) Nero, Ceres die een hoorn des overvloeds krijgt aangeboden, Vespasianus en vermoedelijk Mars met een kleine Victoria in zijn hand. De velden hebben een tufstenen lekdorpel en worden afgesloten door een sierlijst en een volutenkapiteel van tufsteen. Boven de kapitelen springt de toren op de hoeken trapsgewijs in d.m.v. tufstenen pendentieven en gaat over in een cilindervorm, die bestaat uit een tamboer met gebeeldhouwde lauwerkrans en een corona muralis, beide deels van tufsteen.
De vooruitspringende voorbouw wordt aan weerszijden geflankeerd door de zijvleugels. De gevels van de zijvleugels tellen twee traveeën gescheiden door pilasters van siermetselwerk. De gevels worden afgesloten door een brede band siermetselwerk, die boven de pilasters hoger is, waardoor een soort kantelen ontstaan. Op de hoekpilasters zijn rijk geornamenteerde smeedijzeren houders voor vlaggenstokken aangebracht.
De linker zijgevel telt zeven traveeën waarvan de eerste en de vijfde smaller zijn dan de overige. De traveeën worden gescheiden door pilasters van siermetselwerk. De gevels worden afgesloten door een brede band siermetselwerk, die boven de pilasters hoger is, waardoor een soort kantelen ontstaan. Alleen het souterrain is voorzien van vensters, drie in de tweede, derde, vierde en zevende travee en in de zesde. In de vijfde travee bevindt zich een deur met bovenlicht in een vooruitspringende bakstenen omlijsting.
Boven de voorste vijf traveeën verheft zich de lichtbeuk van de centrale ruimte. Deze heeft in de smalle traveeën enkele vensters en in de brede traveeën gekoppelde vensters in een inspringende omlijsting van metselwerk. Tussen de vensters en het platte dak van de linker "zijbeuk" bevinden zich door siermetselwerk omlijstte velden. De gevel wordt afgesloten met een geprofileerde houten kroonlijst op gepaarde, bewerkte consoles met guttae.
De rechter zijgevel is op nagenoeg dezelfde wijze uitgevoerd als de linker zijgevel. Doordat het terrein in oostelijke richting oploopt zijn hier echter geen souterrainvensters.
De achtergevel telt zeven traveeën. De centrale ruimte springt iets naar voren en heeft er drie, twee smalle en een brede. De zijbeuken hebben ieder twee smallere. De gevel is op dezelfde wijze gedetailleerd als de linker zijgevel. Zowel het souterrain als de eerste bouwlaag zijn voorzien van vensters. In de smalle traveeën bevinden zich drie en in de brede travee zeven vensters. Enkel het middendeel heeft vensters in de eerste bouwlaag. De achtergevel van de hoge centrale ruimte is blind uitgevoerd. Hier bevinden zich drie door siermetselwerk omlijste velden. Deze gevel wordt afgesloten met een geprofileerde houten kroonlijst op gepaarde, bewerkte consoles met guttae.
Tegen de beide zijgevels van het museum zijn pergola's gebouwd. Deze bestaan uit dubbele gemetselde rondbogen en muurtjes met openingen, die met elkaar verbonden worden d.m.v. houten balken. Bij de linker zijgevel bevindt zich in de pergola een trap naar beneden om het hoogteverschil te overbruggen. De rechter pergola verbindt het museum met de conciërgewoning. Beide pergola's zijn voorzien van siermetselwerk.
Het interieur van het museum is grotendeels bewaard gebleven. De hoge centrale ruimte wordt omgeven door tentoonstellingszalen, die ook onderling met elkaar in verbinding staan. Achterin de centrale ruimte geeft een dubbele bordestrap toegang tot een door pijlers gedragen galerij. Onder het bordes leidt een dubbele trap naar het souterrain, dat vanwege de helling van het terrein aan de west- en de noordzijde gelijkvloers ligt. De ruimten in de middenas van het museum worden gekenmerkt door rijke stucdecoraties, die zijn ontleend aan de klassieke orden. In de voorhal dragen Toscaanse zuilen een tongewelf met aan weerszijden twee kleinere dwars-tongewelven. In de centrale hal dragen pijlers met Ionische kapitelen een Dorisch hoofdgestel, waar tussen de trigliefen de namen van elf Romeinse keizers zijn aangebracht. De galerij heeft een arcade, waarvan de bogen rusten op deels gekoppelde zuilen met Ionische kapitelen. De granieten trappen en de galerij hebben stenen balustrades, waarbij in stuc diagonale hekwerkjes zijn nagebootst. De pijlers in de achterzaal hebben Corinthische kapitelen. Behalve in de voorhal heeft Oscar Leeuw overal cassettenplafonds toegepast, die in de centrale hal en de tentoonstellingszalen deels met glas zijn gevuld. Alle publieksruimten hebben een grijs-witte terrazzovloer, die is versierd met een geometrisch patroon van zwarte banden. De oorspronkelijke vitrinekasten zijn bewaard gebleven.
Waardering:
- Van architectuurhistorische waarde als goed en gaaf voorbeeld van een voor een specifieke, archeologische collectie gebouwd museum, waarbij in de stijl en detaillering van het museum het karakter van de verzameling wordt getoond. Het museum vertoont naast historiserende tendensen ook expressionistische en Art Deco-stijlinvloeden. Het museum heeft architectuurhistorische waarde vanwege de esthetische kwaliteiten van het ontwerp zoals goede verhoudingen, bijzonder materiaalgebruik en een rijke ornamentering. Het museum is van belang binnen het oeuvre van Oscar Leeuw, omdat het samen met de Israëlische begraafplaats het einde van zijn tweede periode markeert.
- Van stedenbouwkundige waarde vanwege de markante ligging in de Museum Kamstraat.- Van ensemblewaarde als functioneel onderdeel van het Museum Kamcomplex.
- Van cultuurhistorische waarde als bijzondere uitdrukking van een in de loop van de 19de eeuw ontstane culturele en typologische ontwikkeling namelijk het voor publiek openstellen van privé bezittingen en het ontstaan van het museum als bouwopgave in het algemeen. Het museum is van cultuurhistorische belang als bijzondere uitdrukking van een cultureel-maatschappelijke ontwikkeling namelijk de belangstelling van Nijmegen voor haar Romeinse verleden en de identiteit die de stad daaraan ontleent.
Het tentoongestelde is met de opening van het Valkhofmuseum aan het Kelfkensbos daar naar toe overgegaan. Dat betekende tevens de sluiting van dit Museum Kam. Momenteel zijn er onderhandelingen gaande dit gebouw als museum te heropenen. Over hetgeen er dan tentoongesteld wordt lopen er onderhandeling, maar neigen naar het Romeinse verleden van dit deel van de stad en dan met name wat eronder ligt.
Het gebouw is apart een rijksmonument, evenals het hekwerk en de naastgelegen op de foto niet zichtbare conciërgewoning.
datum foto: 22-04-2016
bron foto: Paul Marsman©